Natural history of Spinal Muscular Atrophy: re(de)fining clinical phenotypes and exploring symptomatic treatment
SMA (spinale spieratrofie) is een ernstige erfelijke spierziekte die vrijwel altijd begint op de (vroege) kinderleeftijd. SMA ontstaat doordat het SMN1 gen niet werkt. Hierdoor maken mensen met SMA te weinig SMN eiwit. Het gevolg is dat zenuwen die de spieren van de ledematen en de ademhaling moeten aansturen, geleidelijk sterven. Dit veroorzaakt steeds verder toenemende spierzwakte.
We onderscheiden 4 verschillende SMA typen, die variëren in ziekte-ernst. SMA type 1 komt het meeste voor en is het meest ernstig. De eerste symptomen ontstaan bij type 1 al in de eerste levensmaanden en zonder behandeling overlijden kinderen al op hele jonge leeftijd.
Er is in de laatste jaren veel veranderd voor mensen met SMA, door de komst van nieuwe behandelingen die de levensverwachting en motoriek van jonge kinderen met SMA aanzienlijk verbeteren. Of de behandelingen ook op langere termijn effectief zijn en of ze werken voor oudere kinderen en volwassenen met SMA staat echter nog niet duidelijk vast.
Om dit te onderzoeken, moet eerst duidelijk zijn hoe het zou gaan met patiënten zonder behandeling. Dit ‘natuurlijke beloop’ van SMA was eerder nog beperkt onderzocht, vooral voor oudere kinderen en volwassenen. In dit proefschrift onderzochten we verschillende aspecten van het natuurlijk beloop van SMA. We begrijpen de verschillende SMA typen hierdoor beter. Dit kan helpen bij verdere beoordelingen van de effectiviteit van (nieuwe) therapieën. Daarnaast toonden we aan dat het middel pyridostigmine het uithoudingsvermogen van mensen met SMA kan verbeteren, veilig en tegen lage kosten. Het kan worden ingezet als extra ondersteuning.